S T A T U T E N

BEGRIPSBEPALINGEN

In deze statuten wordt verstaan onder:

Accountant: een accountant als bedoeld in artikel 2:293 BW;
BW: het Burgerlijk Wetboek;
Bestuurslid: een lid van het Bestuur
Elektronisch: een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht;
Jaarrekening: de jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 BW;
Bestuur: het Bestuur van de Stichting in de zin van artikel 2:291 lid 1 BW;
Raad van Toezicht: de (facultatieve) Raad van Toezicht van de Stichting, zijnde het op grond van deze statuten in te stellen toezichthoudende orgaan;
Schriftelijk: bij brief of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en Elektronisch of op schrift kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
Statuten: de onderhavige op de Stichting van toepassing zijnde statuten;
Stichting: de rechtspersoon waarop deze Statuten betrekking hebben;

Gedefinieerde begrippen kunnen zonder verlies van de inhoudelijke betekenis in enkelvoud of meervoud worden gebruikt.

NAAM, ZETEL EN DUUR

Artikel 1 1.

De Stichting draagt de naam: Stichting 13PK. 2. Zij heeft haar zetel te: Sint-Michielsgestel.

DOEL

Artikel 2 1.

De Stichting heeft ten doel: het ondersteunen van kinderen in problematische (thuis)situaties en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin. 2. De Stichting heeft geen winstoogmerk.

VERMOGEN

Artikel 3 1.

Het vermogen van de Stichting zal worden gevormd door: -subsidies en donaties; -schenkingen, erfstellingen en legaten; -alle andere verkrijgingen en baten. 2. De Stichting mag geen uitkeringen doen aan een oprichter of aan een bestuurder, anders dan de in deze Statuten genoemde onkostenvergoeding voor bestuursleden. 3. Een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon kan beschikken over het vermogen van de Stichting als ware het zijn eigen vermogen.

BESTUUR

Artikel 4 1.

Het Bestuur bestaat uit een of meer natuurlijke personen. Indien en voor zover het Bestuur de stichting wenst te rangschikken als algemeen nut beogende instelling (ANBI) in de zin van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) dan zal het Bestuur het aantal leden van het Bestuur vaststellen op ten minste drie (3) personen.

2. Het aantal leden van het Bestuur wordt door de Raad van Toezicht vastgesteld.

3. De leden van het Bestuur worden benoemd door de Raad van Toezicht.

4. De leden van het Bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten, met inachtneming van maatschappelijk aanvaardbare maatstaven.

5. Een lid van het Bestuur defungeert: a. door zijn overlijden; b. door zijn aftreden als bedoeld in lid 6 van dit artikel; c. doordat hij failliet wordt verklaard, hemt wettelijke schuldsanering wordt verleend, hij onder curatele wordt gesteld of een meerderjarigenbewind wordt ingesteld over een of meer van zijn vermogensbestanddelen; d. door ontslag door de rechter krachtens artikel 2:298 BW; e. door zijn ontslag verleend door de Raad van Toezicht wegens gewichtige redenen in een daartoe strekkend besluit;

6. De Raad van Toezicht kan een rooster van aftreden vaststellen. In dat geval worden leden van het Bestuur benoemd voor een periode die eindigt volgens het rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend lid is herbenoembaar. Een volgens het rooster aftredend lid blijft in functie tot de benoeming van zijn opvolger, tenzij het Bestuur voor de datum van aftreden anders besluit.

7. Bij ontstentenis of belet van een of meer leden van het Bestuur wordt het Bestuur waargenomen door de overblijvende leden of het overblijvende lid van het Bestuur.

8. Bij ontstentenis of belet van alle leden van het Bestuur benoemt de Raad van Toezicht onverwijld een -al dan niet tijdelijke -bestuurder. In geen geval wordt het Bestuur uitgeoefend door leden van de Raad van Toezicht.

9. Indien niet binnen zes maanden na het ontstaan van een vacature daarin is voorzien, kan de rechtbank daarin voorzien op verzoek conform artikel 2:299 BW.

DIRECTEUR

Artikel 5 1.

Het Bestuur kan een directeur benoemen, die met de dagelijkse leiding van de Stichting belast is. De directeur voert de aan hem/haar opgedragen werkzaamheden uit onder verantwoordelijkheid van het Bestuur.

2. Het besluit tot benoeming en ontslag van de directeur wordt genomen worden in een bestuursvergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn.

3. De directeur legt in de bestuursvergadering verantwoording af over het gevoerde beleid.

4. De directeur is belast met de uitvoering van de besluiten van het Bestuur.

5. De bevoegdheden van de directeur zullen worden vastgelegd in een directiestatuut.

BESTUUR -VERGADERINGEN EN BESLUITVORMING

Artikel 6 1.

De bestuursvergaderingen worden gehouden in de plaats waar de Stichting haar zetel heeft.

2. Ieder kalenderkwartaal wordt ten minste een vergadering gehouden.

3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft, zodanig dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.

4. De oproeping tot de vergadering geschiedt -behoudens het in lid 3 bepaalde -door de voorzitter, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven. Verzending van die brieven kan eveneens Elektronisch plaatsvinden.

5. De oproepingsbrieven vermelden plaats en tijdstip van de vergadering, alsmede de te behandelen onderwerpen.

6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.

7. De vergaderingen worden door de voorzitter van het Bestuur geleid; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.

8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.

9. Het Bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen, indien de meerderheid van zijn in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen onder overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.

10. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, zulks onder de voorwaarden dat: -alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld Schriftelijk hun mening te uiten, en op een van de hiervoor gemelde wijzen hun stem hebben uitgebracht, en -dit besluit met algemene stemmen is genomen. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.

11. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.

12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit vr de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.

BESTUUR -TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 7 1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Stichting.

2. Het Bestuur stelt de hoofdlijnen van het te voeren bestuursbeleid op en legt deze ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht voor. Het Bestuur stelt jaarlijks een beleidsplan vast, waarin binnen de door de Raad van Toezicht goedgekeurde hoofdlijnen van het te voeren bestuursbeleid, de eigen voornemens met betrekking tot het bestuursbeleid zijn neergelegd.

3. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.

4. Het Bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.

5. Het Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. Het Bestuur rapporteert regelmatig aan de Raad van Toezicht over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de strategie en het beleid van de Stichting. Het Bestuur neemt het informatieprotocol in acht, dat door het Bestuur en de Raad van Toezicht in onderling overleg wordt vastgesteld.

6. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de Stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden op zodanig wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Stichting kunnen worden gekend. Het Bestuur zorgt ervoor dat de administratie van de Stichting zodanig is ingericht dat daaruit duidelijk blijkt: -de aard en de omvang van de aan de afzonderlijke bestuursleden van de Stichting toekomende onkostenvergoedingen; -de aard en de omvang van de kosten die door de Stichting zijn gemaakt ten behoeve van de werving van gelden en het beheer van de Stichting alsmede de aard en de omvang van de andere uitgaven van de Stichting; -de aard en de omvang van de inkomsten van de Stichting; -de aard en de omvang van het vermogen van de Stichting.

BESTUUR -VOORAFGAANDE GOEDKEURING

Artikel 8 1. Het bestuur heeft voorafgaande goedkeuring nodig van de Raad van Toezicht voor alle besluiten van het Bestuur omtrent:

a. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening;

b. de vaststelling van strategische beleidsplannen;

c. het aangaan of verbreken van duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met andere rechtspersonen, al dan niet door het verkrijgen of vervreemden van aandelen, indien deze samenwerking of verbreking voor de van de Stichting uitgaande instellingen van belangrijke betekenis zijn;

d. het oprichten of beëindigen van rechtspersonen, welke met de Stichting in een groep worden, casu quo zijn verbonden;

e. het bestuursreglement van het Bestuur;

f. aangifte van faillissement of aanvraag van surseance van betaling;

g. het beëindigen van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een korte periode;

h. het ingrijpend wijzigen van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal van werknemers;

i. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen;

j. andere dan de hiervoor onder a. tot en met i. genoemde besluiten, die in het bestuursreglement zijn vastgelegd.

2. Wanneer het Bestuur, handelend ter vertegenwoordiging van de Stichting in hoedanigheid van bestuurder en/of aandeelhouder van een andere rechtspersoon, een besluit als hiervoor bedoeld ten aanzien van enige andere rechtspersoon wil nemen of goedkeuren, behoeft dat besluit eveneens de goedkeuring van de Raad van Toezicht.

3. Het bepaalde in lid 2 van ook van toepassing op besluiten die het Bestuur neemt of goedkeurt handelend ter vertegenwoordiging van de Stichting in hoedanigheid van bestuurder en/of aandeelhouder van een rechtspersoon die op haar beurt handelt als bestuurder en/of aandeelhouder van een andere rechtspersoon.

BESTUUR -VERTEGENWOORDIGING

Artikel 9 1.

Het Bestuur vertegenwoordigt de Stichting.

2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

3. Het Bestuur kan volmacht verlenen aan een of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de Stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

BESTUUR -EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP

Artikel 10 1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: -door overlijden van een bestuurslid; -bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; -bij schriftelijke ontslagneming (bedanken); alsmede -bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 BW.

2. Een bestuurslid kan voorts worden ontslagen door een besluit van de overige bestuursleden. Indien slechts twee bestuursleden in functie zijn, kan een dergelijk besluit niet worden genomen. Indien drie bestuursleden in functie zijn, dient het besluit met algemene stemmen van de overige bestuursleden te worden genomen. Zijn meer dan drie bestuursleden in functie dan behoeft het besluit een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen van de overige bestuursleden. Het betrokken bestuurslid wordt vooraf in de gelegenheid gesteld over het voorgenomen besluit te worden gehoord.

RAAD VAN TOEZICHT

Artikel 11 1.

Het Bestuur kan een Raad van Toezicht instellen. De bepalingen in de artikelen 11 tot en met 13 van deze Statuten zijn alleen van toepassing indien een Raad van Toezicht is ingesteld. Indien geen Raad van Toezicht is ingesteld dient in deze Statuten voor “Raad van Toezicht” te worden gelezen: “Bestuur”.

2. De Raad van Toezicht bestaat uit ten minste één (1) lid. De Raad van Toezicht stelt het aantal leden vast.

3. Ingeval van vacatures neemt de Raad van Toezicht onverwijld maatregelen ter aanvulling van zijn ledental. In geval van vacatures, ook wanneer de Raad van Toezicht daardoor uit minder dan vijf leden bestaat, blijft de Raad van Toezicht volledig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen die uit zijn taken voortvloeien.

4. De leden van de Raad van Toezicht worden door de Raad van Toezicht benoemd. De bevoegdheid tot benoeming kan niet door enige bindende voordracht worden beperkt. Alle leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk en vervullen hun functie zonder last of ruggespraak en zonder een deelbelang te laten prevaleren.

5. De procedure voor de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht kan nader worden geregeld in het reglement van de Raad van Toezicht.

6. De Raad van Toezicht stelt een rooster van aftreden op, zodanig dat geen lid van de Raad van Toezicht zitting heeft voor een periode langer dan vier jaren. Aftredende leden zijn terstond herbenoembaar met dien verstande dat een lid niet langer dan gedurende acht aaneengesloten jaren zitting kan hebben in de Raad van Toezicht.

7. De leden van de Raad van Toezicht kunnen door de Raad van Toezicht worden geschorst en ontslagen bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derden van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin ten minste vier/vijfden van het aantal in functie zijnde leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. 8. Bij ontstentenis van alle leden van de Raad van Toezicht zal door de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement, waarin de Stichting is gevestigd, op verzoek van (i) hetzij een afgetreden lid van de Raad van Toezicht (ii) hetzij het Bestuur, met inachtneming van het in deze statuten bepaalde een nieuwe Raad van Toezicht worden benoemd. 9. De leden van de Raad van Toezicht genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten, met inachtneming van maatschappelijk aanvaardbare maatstaven. RAAD VAN TOEZICHT -BESLUITVORMING Artikel 12 1. De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een voorzitter. 2. De Raad van Toezicht vergadert ten minste vier maal per jaar en verder zo dikwijls als een of meer leden van de Raad van Toezicht of het Bestuur het nodig achten. 3. De oproeping tot de vergadering geschiedt schriftelijk ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. De oproeping vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de agenda. 4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Raad van Toezicht. Bij afwezigheid van de voorzitter wijst de Raad van Toezicht een ander lid van de Raad van Toezicht als voorzitter van de vergadering aan. 5. Ieder lid van de Raad van Toezicht heeft één stem. De Raad van Toezicht beslit bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen tenzij in deze Statuten anders is bepaald. Blanco stemmen worden als niet uitgebracht beschouwd. Stemmingen geschieden mondeling, tenzij een lid van de Raad van Toezicht schriftelijke stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Het door de voorzitter van de vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats. 6. De Raad van Toezicht kan alleen geldige besluiten nemen, indien de meerderheid van de leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. Een lid van de Raad van Toezicht kan zich door een ander lid van de Raad van Toezicht doen vertegenwoordigen, mits bij schriftelijke machtiging, waarvan de toereikendheid door de voorzitter wordt beoordeeld. 7. Indien een lid van de Raad van Toezicht bij een te nemen besluit een persoonlijk belang heeft, dient hij zich terug te trekken uit de beraadslagingen en zich te onthouden van stemmingen over dit besluit. 8. De Raad van Toezicht kan ook buiten vergadering besluiten nemen mits de zienswijze van de leden van de Raad van Toezicht schriftelijk wordt ingewonnen en geen van de leden van de Raad van Toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. 9. Indien in een vergadering alle leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen over alle onderwerpen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 10. Van het verhandelde in de vergadering worden notulen gehouden, welke in de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en daarna worden getekend door de voorzitter van de desbetreffende vergadering en door een ander lid van de Raad van Toezicht, dat in de desbetreffende vergadering aanwezig was. 11. De Raad van Toezicht stelt een reglement vast waarin nadere richtlijnen zijn uitgewerkt ten aanzien van het eigen functioneren. RAAD VAN TOEZICHT – TAKEN EN BEVOEGDHEDEN Artikel 13 1. De Raad van Toezicht is belast met de werkzaamheden welke hem in deze statuten en het reglement van de Raad van Toezicht zijn opgedragen. 2. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op de uitvoering van het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting en de aan haar verbonden instellingen en rechtspersonen. 3. De Raad van Toezicht staat de Raad van Bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Toezicht zich naar de belangen van de Stichting en de aan haar verbonden instellingen en rechtspersonen. BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN Artikel 14 1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de Stichting afgesloten. Daaruit worden door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het Bestuur worden aangeboden. Deze jaarstukken dienen -indien het Bestuur daartoe besluit -te worden vergezeld van een rapport van een registeraccountant, een accountant-administratieconsulent of financieel deskundige. 3. De jaarstukken worden door het Bestuur vastgesteld. Naar aanleiding van deze vaststelling kan het Bestuur tevens besluiten tot decharge van de penningmeester voor de door hem binnen diens functie verrichte werkzaamheden. REGLEMENT Artikel 15 1. Het Bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen waarin die onderwerpen worden geregeld welke niet in deze statuten zijn vervat. 2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 3. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 16 lid 1 van toepassing. STATUTENWIJZIGING Artikel 16 1. Het Bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Indien het Bestuur bestaat uit minder dan vijf leden dient het besluit daartoe te worden genomen met algemene stemmen. Indien het Bestuur bestaat uit vijf of meer leden dient een dergelijk besluit te worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen. Een besluit tot statutenwijziging kan bovendien slechts worden genomen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het Bestuur enige vacature bestaat. 2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. 3. De leden van het Bestuur zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, ten aanzien van de vertegenwoordigingsbevoegdheid, bevoegd de notariële akte van statutenwijziging te ondertekenen. 4. De leden van het Bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel. ONTBINDING EN VEREFFENING Artikel 17 1. Het Bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 16 lid 1 van toepassing. 2. De Stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 3. De vereffening geschiedt door het Bestuur. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de Stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 16 lid 3. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting wordt besteed aan een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling of een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft als de Stichting. 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden Stichting gedurende zeven jaar berusten onder de jongste vereffenaar. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 18 1. In alle gevallen waarin zowel de wet, als deze statuten niet voorzien, beslist het Bestuur. OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 19 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 worden de eerste bestuurders bij deze akte benoemd. 2. Het eerste boekjaar van de Stichting eindigt op éénendertig december tweeduizendéénentwintig. 3 Dit artikel wvervalt na verloop van het eerste boekjaar. E I N D E S T A T U T E N SLOTBEPALINGEN Tenslotte verklaarde de comparante dat: 1. ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4 voor de eerste maal tot bestuurder van de Stichting wordt benoemd: de oprichter; 2. ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5 wordt voor de eerste maal tot directeur van de Stichting wordt benoemd: de oprichter; AANGEHECHTE STUKKEN Aan deze akte is één (1) volmacht gehecht. SLOT De comparant is mij, notaris, bekend. Deze akte is verleden te ’s-Hertogenbosch op de datum als aan het begin van deze akte vermeld. Alvorens tot het verlijden van deze akte te zijn overgegaan, heb ik, notaris, van de inhoud aan de comparant mededeling gedaan en heb daarop toelichting gegeven. De comparant heeft verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte van de inhoud te hebben kennis genomen en op volledige voorlezing van deze akte geen prijs te stellen. Onmiddellijk daarna is deze akte beperkt voorgelezen en door de comparant en mij, notaris, ondertekend.